Een zanderige geschiedenis

Onze grootste toeristische troeven danken we aan de zandwinning. Dit witte zand werd ontdekt tijdens het graven van de Kempense kanalen in de tweede helft van de 19de eeuw. Bij het graven werd op geringe diepte witzand gedolven en achteloos op de oevers gestort. Tot een binnenschipper, die vanuit Zeebrugge op weg was naar Luik met een lading zand (!), een staal van het Molse zand meenam. Het bleek van de allerhoogste kwaliteit te zijn.

De man voer nooit meer terug naar Zeebrugge, hij laadde gewoon het hinderlijke zand op de oevers op. Maar al snel kwamen er kapers op kust. Antoon van Eetvelde, rentmeester van barones Elisabeth de Candèle de Gijseghem, zag brood in het witzand. Hij begon alle waardeloze gronden langs het kanaal op te kopen en begon met de ontginning van witzand. In het begin was dit primitief. De gronden vlakbij het kanaal werden eerst ontgonnen. Kwestie van het vervoer te vergemakkelijken. Met schoppen en beugels (een soort grote schepnetten) werd zand ontgonnen tot op een diepte van circa 4 meter. Vanaf 1882 werd het zand opgehaald met baggermolens. Zes jaar later volgden zandzuigers. Her en der werden bedrijfjes opgericht met namen als Sablières et Carrières Réunies, Taquenier, La Moloise, Campinoise, Silversand Pilkington of Nouvelles Sablières de Mol. Bedrijven verdwenen of versmolten, tot er uiteindelijk nog één overbleef: de SCR Sibelco, vandaag de dag wereldmarktleider in witzandontginning.

Deel deze pagina

naar top

Een zanderige geschiedenis

Zie ook

Deel deze pagina

Niets missen van Mol? Wij houden je op de hoogte!