Toerisme Mol logo

De grove den, hoe Kempens kan een boom zijn?

Veel mensen beschouwen de grove den (Pinus sylvestris) als de typische boomsoort van de Kempen. Nochtans maakte hij een hele tijd geen deel uit van ons landschap.
foto: grove den.jpg

De grove den kwam na de laatste ijstijd samen met de berk als een van de eerste boomsoorten aan in onze contreien. Toen het warmer werd, moest de grove den plaats maken voor loofboomsoorten die uit het zuiden kwamen. Vermoedelijk verdween de grove den gedurende vele honderden jaren uit onze streek.

In de 16de en 17de eeuw kwam de grove den, via Duitsland, Diest en Breda, terug in onze regio terecht. Het was Adriaen Ghys, boswachter van Amalia Van Solms, die in 1667 de eerste grove dennen opnieuw zaaide in het Grotenhoutbos. Op zijn grafsteen aan de kerk van Vosselaar staat:

“Hier leit begraven den eersamen Adriaen Ghys, boshuer die den eersten mastboom ghesaeyt heeft int Grootenhoutbosch, sterft den 8 october 1676, …”.

Dat deze naaldboom heel snel groeide op de Kempense zandgronden kwam goed uit. Onder invloed van de Oostenrijkse keizerin Maria Theresia plantte men in 1772 de grove den massaal aan. Wie zijn heidegronden onbenut liet, moest immers meer belastingen betalen. Voor het eerst werd de grove den op grote schaal aangeplant en werd de heide op grote schaal ontgonnen.

De grove den bleef ook nadien een populaire boom in de Kempen. De boom bleek een groot economisch nut te hebben, o.a. als stuthout in de steenkoolmijnen en als brandhout in de Kempense steenbakkerijen. Het economische nut van de grove den is vandaag afgenomen. Bovendien worden steeds meer bossen op een ecologische manier omgevormd naar open terreinen of gemengde bossen. Zal de grove den de identiteit van ons Kempens zandland mee blijven bepalen? Dat zal de toekomst uitwijzen …

Contactgegevens

Zwarte Dreef
Wezel
naar top